De Europese Unie heeft in 2022 wetgeving vastgesteld die bepaalt dat vanaf 2035 alle nieuw verkochte personenauto’s en lichte bestelwagens volledig emissievrij moeten zijn. Deze maatregel, onderdeel van de bredere klimaatdoelstellingen van de EU, is ontworpen om de CO₂-uitstoot drastisch te verlagen en zo de Green Deal-ambities waar te maken. Toch staat deze regelgeving inmiddels onder druk: populistische en eurosceptische partijen stellen het doel ter discussie en voeren aan dat “Europa nog niet klaar is voor elektrische mobiliteit”.
Elektrificatie gaat sneller dan verwacht
De praktijk laat echter iets anders zien. Het marktaandeel van elektrische auto’s is in 2025 al zodanig gegroeid dat de trend richting volledige elektrificatie zich autonoom lijkt voort te zetten. Volgens recente marktdata zullen volledig elektrische voertuigen (battery electric vehicles, BEV’s) in meerdere Europese landen tegen 2030 al meer dan 70% van de nieuwverkopen uitmaken. In Nederland ligt het aandeel in 2025 al boven de 35%, met een stijgende lijn. Ook autofabrikanten zetten massaal in op elektrische aandrijving: investeringen in nieuwe verbrandingsmotoren zijn gestopt of sterk teruggeschroefd, en het ontwikkeltempo van elektrische modellen ligt hoog.
Technologische doorbraken in batterijtechnologie
Een belangrijk argument tegen het versoepelen van de doelstelling is de snelle evolutie van batterijtechnologie. In 2024 alleen al zijn grote stappen gezet in de commercialisering van lithiumijzerfosfaat (LFP)-batterijen, natrium-ioncellen en zelfs solidstatebatterijen. Deze nieuwe chemieën zorgen voor langere levensduur, lagere kostprijs, verhoogde veiligheid en verminderde afhankelijkheid van kritieke grondstoffen zoals kobalt en nikkel.
Daarbij geldt: hoe langer de wetgeving duidelijk en ambitieus blijft, hoe zekerder fabrikanten kunnen investeren in deze innovaties. Het loslaten van de deadline van 2035 zou juist voor onzekerheid zorgen en investeringsbeslissingen vertragen — een risico dat de Europese industrie zich niet kan veroorloven.
V2X en slim laden: de EV als energiebuffer
Elektrische voertuigen dragen niet alleen bij aan het reduceren van uitstoot, maar kunnen ook helpen het elektriciteitsnet te stabiliseren. Dankzij technologieën als vehicle-to-grid/home (V2G/V2H) en slim laden kunnen EV’s ingezet worden als tijdelijke energieopslag, om overschotten aan zonne- en windenergie op te vangen en op een later moment terug te leveren aan het net. Daarmee spelen elektrische auto’s ook een rol in het tegengaan van netcongestie, wat een groeiend probleem vormt door de toename van duurzame energiebronnen.
Valse tegenargumenten ontkracht
Critici van het 2035-doel wijzen vaak op vermeende nadelen zoals te weinig laadpalen, onbetaalbare EV’s of de angst dat bestaande auto’s verboden worden. Deze claims houden bij nadere beschouwing geen stand.
De laadinfrastructuur groeit snel, mede dankzij EU-beleid en nationale stimuleringsprogramma’s. Slim laden en V2G zullen de druk op het net bovendien helpen verminderen.
De dalende batterijprijzen, met LFP-varianten die inmiddels onder de $60/kWh kosten in China, maken goedkopere modellen steeds haalbaarder. Veel EV’s zijn inmiddels (bijna) even duur als vergelijkbare auto’s met een verbrandingsmotor.
De wetgeving geldt alleen voor nieuw verkochte auto’s vanaf 2035. Bestaande auto’s blijven gewoon toegestaan (dus ook op de tweedehandsmarkt).
Het gaat dus niet om een ‘verbod op autorijden’ of ‘ontzegging van mobiliteit’, maar om het beëindigen van de verkoop van voertuigen die schadelijke emissies veroorzaken.
Eigenlijk is 2035 al vrij laat. Dit betekent in de praktijk dat nog zeker tot en met 2055 (levensduur 20 jaar) er behoorlijk veel fossiele auto’s zullen rondrijden, met alle schadelijke emissies (en vraag naar olie) van dien.
Waarom het klimaat 2035 nodig heeft
De transportsector is verantwoordelijk voor ongeveer 25% van de CO₂-uitstoot in Europa. Zonder ingrijpende reductie in deze sector kunnen de EU-doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs niet gehaald worden. De verplichting tot 100% emissievrije nieuwverkopen vanaf 2035 is een noodzakelijke maatregel binnen een bredere strategie.
Elke vertraging in de uitfasering van verbrandingsmotoren vertaalt zich in meer uitstoot, meer gezondheidsschade in steden en hogere kosten op de lange termijn voor zowel burgers als overheden. Het klimaat wacht niet.
Slotbeschouwing
De elektrificatie van mobiliteit is onomkeerbaar, technisch haalbaar én noodzakelijk voor een leefbare toekomst. De 2035-doelstelling vormt een hoeksteen in het klimaatbeleid van de EU en is allesbehalve overdreven ambitieus. Integendeel: ze is rationeel, haalbaar en al stevig in gang gezet. Afzwakken zou niet alleen de klimaatdoelen ondermijnen, maar ook de geloofwaardigheid van Europees milieubeleid beschadigen. Het is nu tijd om dit beleid te verdedigen met feiten, ervaring en visie. De toekomst is elektrisch — en die toekomst begint niet pas in 2035, maar nu. Dus laten we niet nu al, tien jaar voor het start, de beoogde doelen nog verder afzwakken.
Laat je stem horen en geef feedback aan de EU waarom 2035 niet uitgesteld moet worden.
Schrijft over duurzame technologie en de energietransitie. Gespecialiseerd in batterijtechnologie, energieopslag, e-mobiliteit, slimme laadinfrastructuur, V2X en circulariteit.
