Stellantis heeft aangekondigd per direct te stoppen met de ontwikkeling van waterstof-brandstofceltechnologie. Het bedrijf ziet op de middellange termijn geen perspectief voor grootschalige uitrol van waterstofvoertuigen en zal daarom de geplande productie van waterstof aangedreven Pro One-bestelwagens in Frankrijk en Polen niet doorzetten.
Volgens Stellantis zijn de beperkte beschikbaarheid van tankinfrastructuur, hoge investeringskosten en het ontbreken van sterke aankoopprikkels voor consumenten de belangrijkste redenen om het programma te beëindigen. Het concern verwacht niet dat lichte waterstofvoertuigen vóór het einde van dit decennium op grote schaal zullen doorbreken. “In een context waarin het bedrijf alles op alles zet om aan de strenge CO₂-regelgeving in Europa te voldoen, heeft Stellantis besloten het waterstof-brandstofcelprogramma stop te zetten,” aldus Jean-Philippe Imparato, Chief Operating Officer voor Enlarged Europe. Imparato noemt de waterstofmarkt een niche die voorlopig geen economisch duurzame vooruitzichten biedt. Stellantis wil zich daarom volledig richten op elektrische en hybride voertuigen voor zowel personen- als bedrijfswagens.
De geplande serieproductie van waterstofversies van de Pro One-bestelwagens, die deze zomer zou starten in Hordain (Frankrijk) en Gliwice (Polen), gaat daarmee niet door. Ook worden er geen nieuwe waterstofmodellen meer geïntroduceerd. Voor het bestaande personeel op de productielocaties heeft het besluit geen directe gevolgen; onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten rond waterstof worden overgeheveld naar andere projecten.
Stellantis onderzoekt samen met de partners binnen het waterstofbedrijf Symbio wat de strategische gevolgen zijn van deze koerswijziging. Daarbij wordt gekeken naar de financiële consequenties voor alle betrokkenen en het behoud van de belangen van Symbio.
Het stopzetten van het waterstofprogramma benadrukt het belang van een realistische benadering van de energietransitie binnen de automotive sector. Stellantis verwacht dat batterij-elektrische en hybride voertuigen voorlopig het grootste deel van de Europese markt voor personen- en lichte bedrijfswagens zullen bedienen.
