De uitrol van grootschalige batterijopslag in Nederland maakt een forse groei door, ondanks structurele knelpunten op het gebied van regelgeving, netcongestie en financiering. Uit analyse van Rabobank blijkt dat het gezamenlijke vermogen van grootschalige batterijprojecten in Nederland in 2024 uitkomt op circa 1,1 gigawatt, wat een verdrievoudiging betekent ten opzichte van het jaar daarvoor. Voor de komende jaren zijn honderden nieuwe projecten aangekondigd, met een potentieel dat richting 8 gigawatt aan geïnstalleerd vermogen in 2030 kan oplopen.
Deze snelle toename wordt vooral gedreven door de groei van duurzame energiebronnen en de behoefte om tijdelijke overschotten aan wind- en zonnestroom efficiënt te benutten. Batterijen spelen een centrale rol in het balanceren van vraag en aanbod, het voorkomen van netcongestie en het faciliteren van flexibiliteitsdiensten op de energiemarkt. De businesscase voor batterijopslag wordt ondersteund door inkomsten uit handel op de onbalansmarkt, FCR (frequentieondersteuning) en arbitrage tussen piek- en daluren.
Toch ondervinden veel investeerders en ontwikkelaars serieuze barrières. De vergunningverlening verloopt traag, het is lastig om tijdig een netaansluiting te krijgen en de regelgeving sluit vaak onvoldoende aan op de praktijk van opslagprojecten. Daarnaast is financiering nog relatief complex: banken hanteren vanwege onzekere inkomsten en gebrek aan lange termijncontracten strengere eisen, en de meeste projecten zijn aangewezen op projectfinanciering of private equity. Rabobank ziet dat succesvolle projecten vooral tot stand komen bij partijen die over schaal, technische expertise en een sterk netwerk beschikken.
Ondanks deze uitdagingen verwacht Rabobank dat batterijopslag een onmisbare schakel wordt in het toekomstige Nederlandse energiesysteem. Naarmate de productie van zon en wind verder toeneemt en het net steeds zwaarder wordt belast, zal de waarde van flexibiliteit en tijdelijke opslag alleen maar stijgen. De verwachting is dat de markt in de periode tot 2030 verder professionaliseert, met meer langjarige contracten, verdere prijsdalingen en een duidelijke rolverdeling tussen netbeheerders, marktpartijen en beleidsmakers.
Bron: Rabobank
