Met de invoering van nationale standaarden voor bidirectioneel laden — oftewel vehicle-to-grid (V2G) — hoopt Australië een kantelpunt te bereiken in de transitie naar een slimmer, schoner elektriciteitssysteem. De inzet is hoog: tegen 2030 zullen naar schatting twee miljoen elektrische voertuigen (EV’s) op de Australische wegen rijden. Als slechts een fractie daarvan energie teruglevert aan het net, kan dat op piekmomenten duizenden megawatts aan flexibiliteit opleveren. Genoeg om miljoenen airconditioners te voeden tijdens een hittegolf.
Toch laat grootschalige toepassing nog op zich wachten. In de praktijk zijn er slechts enkele tientallen huishoudens in Australië die daadwerkelijk gebruikmaken van V2G. De reden ligt niet in het potentieel van de technologie, maar in een reeks praktische en structurele obstakels: hoge aanschafkosten, beperkte voertuig- en laadinfrastructuurcompatibiliteit, technische onzekerheden rondom batterijdegradatie, en bovenal: een gebrek aan concreet voordeel voor de eindgebruiker.
De technologie is er, maar waar blijft de adoptie?
Technisch gezien is V2G rijp voor opschaling. Bidirectionele DC-laders zoals de Wallbox Quasar kunnen nu al energie uit een auto halen en terugleveren aan het net. De Nissan Leaf is momenteel een van de weinige modellen die dit ondersteunt, dankzij zijn CHAdeMO-aansluiting. CCS (Combined Charging System), dat dominant is in Europa, wordt pas sinds kort ondersteund in de ISO 15118-20-standaard, die de basis legt voor bidirectionele communicatie. In Australië betekent dit dat slechts een handvol voertuigen überhaupt V2G-ready is.
Een bijkomende barrière is de onzekerheid over garantievoorwaarden. Autofabrikanten geven vaak geen expliciete goedkeuring voor V2G-gebruik, waardoor consumenten huiverig zijn om hun batterij als netbuffer in te zetten. Tegelijkertijd is er in het huidige marktmodel weinig directe financiële prikkel om dat wel te doen: terugleververgoeding is beperkt, aggregators en VPP-diensten (Virtual Power Plants) staan nog in de kinderschoenen, en het systeem vraagt technische betrokkenheid van de gebruiker.
De Europese les: techniek is niet genoeg
Ook in Europa worstelt men met dezelfde fricties. In Nederland, waar netcongestie inmiddels structureel is, wordt V2G gezien als een belangrijke bouwsteen van een flexibel energiesysteem. Toch is het aantal bidirectioneel ladende voertuigen op één hand te tellen. Gemeenten zoals Utrecht lopen voorop met proeftuinen, en autofabrikanten als Hyundai en Volkswagen hebben V2G-technologie al op de plank liggen. Maar standaardisatie, certificering en interoperabiliteit blijven knelpunten. Pas sinds 2024 komen de eerste omvormers en voertuigen met werkende implementatie van ISO 15118-20 op de markt, inclusief ondersteuning voor Grid-to-Vehicle (G2V), V2H (Vehicle-to-Home) en V2G-functionaliteit.
Het verschil zit niet in de techniek, maar in het ecosysteem eromheen. In Duitsland en Frankrijk experimenteren netbeheerders met flexibele contractvormen waarbij EV’s bijdragen aan piekbelastingreductie en daarvoor worden beloond. In Nederland zijn er initiatieven zoals We Drive Solar en Jedlix, maar de impact blijft voorlopig marginaal zolang wet- en regelgeving achterblijft en huishoudens geen actieve rol spelen in de energiemarkt.
Zonder gebruikers geen flexibiliteit
De kern van het probleem is niet technologisch, maar sociaal-economisch. Zolang consumenten geen directe waarde ervaren van V2G — in de vorm van lagere energiekosten, terugleververgoedingen of stabiele netvoordelen — blijft de deelname beperkt. Tegelijkertijd moet het systeem zo eenvoudig mogelijk worden: geen ingewikkelde apps, installaties of instellingen, maar plug-and-play-oplossingen die ‘automatisch meedoen’ zodra de auto wordt ingeplugd.
Australië zet met de nieuwe V2G-standaarden een belangrijke stap, maar de les uit Europa is helder: zonder gebruikersparticipatie faalt zelfs de best ontworpen infrastructuur. Het succes van V2G ligt niet in de netbeheerder of de autofabrikant, maar in de garage van de consument. Pas als het gebruik net zo intuïtief én aantrekkelijk wordt als salderen ooit was, kan V2G zijn belofte waarmaken.
