De Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) is een verzameling richtlijnen die zijn opgesteld om de risico’s bij het omgaan met gevaarlijke stoffen beheersbaar te maken. Eén van de nieuwste toevoegingen aan deze reeks is PGS 37-2, een richtlijn die specifiek ingaat op de veilige opslag van lithiumhoudende energiedragers zoals accu’s en batterijen. De definitieve versie van deze richtlijn wordt in de loop van 2025 verwacht. De richtlijn sluit aan bij de ‘Nieuwe Stijl’ binnen de PGS-systematiek, waarbij risicobenadering centraal staat.
Doel en reikwijdte
PGS 37-2 richt zich op het beheersen van risico’s die gepaard gaan met de opslag, het laden en ontladen van lithiumhoudende energiedragers. Deze energiedragers kunnen zich bevinden in losse vorm of geïntegreerd zijn in producten zoals fietsen, voertuigen of apparaten. De richtlijn baseert zich op een scenarioanalyse waarbij gebeurtenissen zoals brand, explosie of vrijkomen van toxische stoffen worden geclassificeerd naar waarschijnlijkheid en impact. Doelen zijn geformuleerd om deze scenario’s te voorkomen of de gevolgen te beperken, en zijn gekoppeld aan concrete maatregelen.
PGS 37-2 is van toepassing op energiedragers zoals die onder de volgende UN-nummers vallen: UN 3090, UN 3091, UN 3480, UN 3481, UN 3536, UN 3166 en UN 3171. Daarbij gelden specifieke ondergrenzen per type opslag en status van de batterij. Bijvoorbeeld: voor kleine lithium-ionbatterijen geldt een ondergrens van 1000 kg per brandcompartiment, terwijl bij beschadigde of defecte batterijen al bij 30 kg de richtlijn in werking treedt.

Risicobenadering en scenario’s
De kern van PGS 37-2 is de risicobenadering, gebaseerd op methoden zoals SWIFT en BowTie. Elk opslagtype (‘typical’) heeft een eigen set scenario’s met bijbehorende oorzaak- en gevolganalyses. Bijvoorbeeld bij ‘Typical 1a’ – een kleine opslagvoorziening voor nieuwe of gebruikte energiedragers – worden scenario’s behandeld zoals kortsluiting door water (S4), mechanische impact (S7) of thermal runaway (S10). Dit laatste is het primaire gevaar bij lithiumhoudende energiedragers: een zichzelf versterkend proces van oververhitting, met kans op brand, explosie en vrijkomen van giftige gassen zoals HF en CO.
Typen opslag en maatregelen
De richtlijn maakt onderscheid tussen verschillende typen opslaglocaties en -vormen, variërend van kleine magazijnen (≤300 m²), middelgrote opslagruimtes (tot 2500 m²) tot grote showrooms of buitenopslagterreinen (tot 10.000 m²). Voor elk type opslag en elk type energiedrager zijn specifieke eisen geformuleerd. Die variëren van bouwkundige en technische voorzieningen (zoals brandwerende scheidingen, detectiesystemen en blusvoorzieningen) tot organisatorische maatregelen (opleiding van personeel, registratie van energiedragers, inspecties).
Enkele concrete maatregelen zijn onder meer:
- verplichte CO- en H₂-detectie vanaf concentraties van 10 ppm;
- brandblusinstallaties aangepast op lithiumbranden;
- interne veiligheidsafstanden tussen opslagvakken om escalatie te voorkomen;
- separate quarantaine-opslag voor beschadigde of instabiele batterijen;
- vereisten voor opslag in brandveiligheidskasten (Bijlage E).
Juridische verankering
PGS 37-2 is geen wet, maar krijgt een wettelijke status via verwijzing in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Daarmee wordt de richtlijn bindend bij het verlenen van vergunningen en vormt ze het kader voor toezicht door de Nederlandse Arbeidsinspectie en veiligheidsregio’s. De PGS-richtlijnen worden door de overheid beschouwd als representatief voor de stand der techniek en best beschikbare technieken (BBT).
Bij nieuwe installaties moet vanaf het moment van inwerkingtreding direct aan de PGS worden voldaan. Voor bestaande situaties geldt een implementatietermijn zoals beschreven in Bijlage J. De richtlijn voorziet daarnaast in ruimte voor alternatieve, gelijkwaardige maatregelen mits die aantoonbaar een gelijk beschermingsniveau bieden.
Uitzonderingen en beperkingen
De richtlijn geldt niet voor:
- energieopslagsystemen (EOS) zoals thuisbatterijen – daarvoor geldt PGS 37-1;
- tijdelijke overslagactiviteiten (zoals crossdocking) <48 uur;
- werkvoorraad in productieomgevingen mits beperkt in omvang;
- verborgen batterijen in huishoudelijk afval – hoewel afvalverwerkers wel moeten handelen bij sortering.
Opladen van energiedragers buiten het apparaat (bijv. bij maaltijdbezorgers) valt wél onder deze richtlijn zodra de drempelwaarden worden overschreden, omdat dit wordt beschouwd als opslag.
Organisatie en totstandkoming
De totstandkoming van PGS 37-2 is een gezamenlijk traject van overheid, bedrijfsleven en experts uit veiligheidsregio’s, verenigd in het PGS-team. Vertegenwoordiging komt onder meer van het IPO, VNG, Brandweer Nederland, VNO-NCW en MKB-Nederland. De stuurgroep heeft op 28 september 2023 ingestemd met de richtlijn, waarna het Bestuurlijk Omgevingsberaad (BOb) de richtlijn op 12 december 2023 formeel heeft vastgesteld.
Critici
PGS 37-2 is een ingrijpende (maar volgens de opstellers noodzakelijke) richtlijn in het licht van de toenemende toepassing van lithiumhoudende energiedragers in voertuigen, apparaten en opslag. De richtlijn biedt een gestructureerde aanpak op basis van risicoanalyse en voorziet in een reeks maatregelen die bedrijven helpen om op verantwoorde wijze met deze technologie om te gaan.
Critici vrezen dat de richtlijn te streng is en daarmee de energietransitie belemmert, vooral voor thuisgebruik en kleine projecten. Voorstanders wijzen op brandveiligheid en uniformiteit. In de komende weken of maanden wordt de definitieve versie afgerond. De richtlijn wordt waarschijnlijk per 1 januari 2026 van kracht.
Voor actuele status en documentatie: www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
