Vanaf 2027 staan er ingrijpende wijzigingen op stapel in Nederland die de energierekening van huishoudens en kleine bedrijven aanzienlijk kunnen beïnvloeden. Volgens de Rabobank verdwijnen meerdere stimulerende regelingen, worden belastingen verschoven en verandert de manier waarop netbeheerders hun tarieven berekenen. Wie zich hier niet op voorbereidt, loopt het risico op forse extra kosten.
Stop van de salderingsregeling
Per 1 januari 2027 wordt de salderingsregeling volledig afgeschaft. Nu kunnen gebruikers van zonnepanelen hun opgewekte stroom die ze terugleveren aan het net “wegstrepen” tegen de stroom die ze afnemen — inclusief belastingen en btw. Dat gaat verdwijnen, waardoor alle afgenomen elektriciteit (leveringskosten, energiebelasting en btw) volledig in rekening komt. Voor teruggeleverde stroom ontvangen eigenaren vanaf 2027 een terugleververgoeding, maar die is netto minder aantrekkelijk, zeker als er terugleverkosten tegenover staan. Rabobank geeft het voorbeeld dat een huishouden met zes zonnepanelen en een verbruik van 3.000 kWh per jaar hierdoor mogelijk meer dan € 250 per jaar extra kwijt raakt.
Elektriciteitsvraag verschuiven loont
Om de effecten van het verdwijnen van salderen te beperken, adviseert Rabobank om zoveel mogelijk gebruik te maken van zonnestroom op het moment dat die wordt opgewekt. Dat houdt in dat je apparaten – wasmachines, drogers, vaatwassers – idealiter overdag laat draaien, of dat je je elektrische auto laadt in de middag. Wie zijn verbruik verschuift in de tijd, kan de extra belasting zoveel mogelijk vermijden. Elke verschuiving van zelfverbruik met 5 procentpunt kan volgens Rabobank al leiden tot besparingen van zo’n 35 euro per jaar tegenover de geschatte extra kosten.
Dynamisch elektriciteitscontract
Een andere maatregel is de overstap naar een dynamisch elektriciteitscontract. In zo’n contract is de prijs per kWh gebaseerd op de dagmarkt (day-aheadprijzen) en kunnen terugleverkosten vervallen. De vergoeding voor teruggeleverde stroom valt dan afhankelijk van het uur, wat zowel voordelen als risico’s met zich meebrengt. Wanneer stroomprijzen negatief zijn, kan het terugleveren zelfs geld kosten. In 2025 waren in april tot juni al 54% van de uren in deze maanden negatief geprijsd op de day-aheadmarkt.
Hogere gaskosten
De gasrekening gaat eveneens omhoog. Rabobank beschrijft twee belangrijke veranderingen: de bijmengverplichting van groen gas in het aardgasnet en de introductie van ETS2 (een emissiehandelssysteem voor de gebouwde omgeving en kleinere verbruikers) in 2027. Door deze maatregelen zullen leveranciers hogere kosten maken, die vrijwel zeker worden doorberekend aan consumenten. Voor een gemiddeld huishouden met een verbruik van 1.000 m³ per jaar kan dit oplopen tot €120–170 extra per jaar. Bovendien stijgen de vaste kosten voor een gasaansluiting, omdat het aantal afnemers daalt terwijl de kosten niet evenredig mee dalen.
Nieuw nettariefstelsel elektriciteit
De netbeheerkosten voor elektriciteit veranderen ook fundamenteel. Het vaste tarief per jaar zal sterk dalen, maar een variabel tarief waaronder het moment van afname (uur van de dag) wordt doorslaggevend. Piekuren zullen duurder worden dan periodes met lage belasting. Rabobank verwacht dat dit nieuwe stelsel in 2028 wordt ingevoerd. Tot dan zullen de kosten voor een aansluiting sterk oplopen, met prognoses die uitkomen op circa €640 per jaar in 2030 als het huidige stelsel blijft.
Gevolgen en advies
Zonder aanpassingen kunnen de veranderingen in 2027 de energierekening fors doen oplopen, zeker voor huishoudens en bedrijven die nog afhankelijk zijn van aardgas of niet slim omgaan met hun elektriciteitsverbruik. Rabobank raadt aan om nu al te beginnen met maatregelen zoals verlagen van gasverbruik, verbeteren van isolatie, slimme verbruiksverschuiving en mogelijk investeren in energieopslag of slimme laadsystemen. Op die manier kan men enige bescherming bouwen tegen de economische schokken die deze overgang met zich meebrengt
