Flynth: ‘Ook bedrijven zonder rapportageverplichting moeten duurzaamheid omarmen’

Met de invoering van Europese duurzaamheidswetgeving (CSRD) zijn grote bedrijven sinds 2024 verplicht om uitgebreid te rapporteren over hun impact op mens en milieu. Kleinere ondernemingen vallen buiten deze formele rapportageplicht, maar volgens Rogier Seelie van Flynth betekent dat niet dat zij kunnen achterblijven. In zijn ingezonden opinie stelt hij dat duurzaamheid ook voor het mkb steeds belangrijker wordt — niet alleen vanwege maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar ook omdat klanten, banken, gemeenten en grote afnemers er actief naar vragen. Bedrijven die hun duurzaamheidsbeleid nu al serieus vormgeven, versterken hun positie in de keten en vergroten hun toekomstbestendigheid in een steeds groener wordende economie.

Door Rogier Seelie

Sinds 2024 is Europese duurzaamheidswetgeving van kracht, die grote bedrijven verplicht om gedetailleerd te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties en invloed op mens en milieu. Kleine(re) bedrijven met minder dan duizend werknemers vallen volgens het huidige voorstel van de Europese Commissie niet onder die wetgeving, maar ik merk dat steeds meer kleine ondernemingen serieus werk maken van duurzaamheid.

Lang niet elke ondernemer weet precies wat duurzaamheidsthema’s zijn. Bekend zijn zaken als afvalscheiding, het tegengaan van verspilling, ledverlichting en elektrisch rijden. Maar ook onderwerpen als de groei van je onderneming, ontwikkeling van medewerkers, continuïteit en het aantrekken van medewerkers die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zijn duurzaamheidsthema’s.

Daarbij speelt nog iets anders: hoewel kleine ondernemingen niet verplicht zijn te rapporteren over duurzaamheid, kunnen bedrijven waarmee ze samenwerken wel vragen naar hun duurzaamheidsintenties. Dit zie je onder meer in de retailmarkt. De grote Nederlandse supermarktketens met veel toeleveranciers moeten bijvoorbeeld over duurzaamheid rapporteren en gegevens over hun hele bedrijfsketen overleggen.

Zij stimuleren daarom hun toeleveranciers transparant te zijn over hun duurzaamheidsinitiatieven, waarmee deze toeleveranciers enerzijds zelf een bijdrage leveren aan een betere wereld en anderzijds een bijdrage leveren aan de duurzaamheidsfootprint van de supermarktketens. Deze toeleveranciers kopen over het algemeen bewust in met duurzaamheidskeurmerken zoals On the way to PlanetProof, waarin veel duurzaamheidscomponenten terugkomen. Hier ligt een mooie kans voor toeleveranciers.

Hetzelfde geldt voor bedrijven die in hun inkoopvoorwaarden hebben staan dat ze openheid moeten geven over bijvoorbeeld hun CO2-uitstoot. Ook gemeenten en banken vragen steeds vaker naar de bijdrage van bedrijven aan duurzaamheid. Als daarnaar wordt gevraagd, wil je daarop antwoord kunnen geven. Bovendien kijken consumenten steeds meer naar duurzaamheid. En op de arbeidsmarkt hoor je steeds vaker: ‘Wil ik wel voor een onderneming werken die het niet zo nauw neemt met duurzaamheid?’ Het is essentieel dat bedrijven zonder rapportageverplichting duurzaamheid juist omarmen. Dit met het oog op hun toekomstige bedrijfsbestendigheid.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *