Load shedding is het gecontroleerd en tijdelijk uitschakelen van elektriciteitsverbruik (belasting) door een netbeheerder om te voorkomen dat het elektriciteitsnet overbelast raakt of geheel uitvalt. Het is een noodmaatregel die alleen wordt toegepast wanneer het evenwicht tussen vraag en aanbod ernstig verstoord is en andere middelen, zoals flexibiliteit of reserves, onvoldoende zijn.
Bij load shedding worden vooraf bepaalde groepen gebruikers of installaties tijdelijk van het net gehaald. Dit gebeurt vaak gefaseerd of volgens een draaiboek, zodat schade en maatschappelijke impact beperkt blijven. In sommige landen, zoals Zuid-Afrika of India, is load shedding een veelvoorkomend verschijnsel vanwege structurele tekorten of zwakke netten.
In Nederland is load shedding tot nu toe zeldzaam, dankzij een robuust net en goede balanceringsmechanismen. Toch neemt het risico toe door groeiende netcongestie, piekbelasting (bijvoorbeeld door laadpalen of warmtepompen), en vertraging in netverzwaring.
Voor de toekomst wordt load shedding als ‘laatste redmiddel’ opgenomen in strategische netplannen en noodscenario’s. Ook ontstaan er technologische oplossingen voor selectieve load shedding, waarbij alleen niet-kritische installaties (zoals laadpunten of industriële processen) worden afgeschakeld op basis van vooraf gemaakte afspraken.
