De afgelopen jaren is het aantal zonnepaneelsystemen in Nederland explosief gestegen. Mede dankzij de salderingsregeling besloten honderdduizenden huishoudens tot de aanschaf van een PV-installatie, vaak gestimuleerd door subsidies, collectieve inkoopacties en scherpe aanbiedingen. Maar die snelle groei bracht ook risico’s met zich mee. In de installatiewereld wordt steeds vaker gewaarschuwd voor gebrekkige installaties, uitgevoerd door onervaren of slecht opgeleide monteurs. Volgens monteurs en inspecteurs die storingen oplossen, zijn veel van deze systemen potentieel brandgevaarlijk of functioneren ze verre van optimaal. In dit artikel bespreken we een aantal concrete voorbeelden.
Onzichtbare fouten met grote risico’s
De gevaren zijn vaak niet zichtbaar aan de buitenkant. Een zonnepanelensysteem lijkt goed te werken, maar bij inspectie blijken er fundamentele fouten gemaakt. Zo worden er bijvoorbeeld kroonsteentjes gebruikt in plaats van goedgekeurde lasklemmen of lasdoppen, terwijl die eerste absoluut niet geschikt zijn voor langdurige belasting van 16 ampère of meer. De combinatie van slechte verbindingen en hoge stromen kan leiden tot verhitting, isolatieproblemen en uiteindelijk tot brand. Flexibele aders, vaak te zien in bekabeling van panelen en omvormers, vereisen bovendien specifieke verbindingstechnieken om betrouwbaar te blijven functioneren bij thermische belasting en vocht.
Ook andere installatieonderdelen worden structureel onderschat. Zo wordt er lang niet altijd rekening gehouden met de IP-waarde (beschermingsgraad tegen stof en vocht) van gebruikte materialen. Dat is cruciaal op daken waar panelen worden blootgesteld aan regen, condens en opwarmende bitumen onderlagen. Zelfs in meterkasten komen regelmatig fouten aan het licht, zoals verkeerd aangesloten groepen, overbelasting van fasedraden en het ontbreken van aardlek- of overspanningsbeveiliging. Deze fouten kunnen lange tijd verborgen blijven, tot het moment dat er een storing optreedt of erger: een woningbrand.
Onevenwichtige belasting en omvormerproblemen
Een ander veelvoorkomend probleem is de scheve belasting van de netfasen. In veel gevallen zijn installaties tot wel 18 panelen aangesloten op één enkele fase. Dat kan in de praktijk leiden tot te hoge netspanningen op die fase, met als gevolg dat omvormers automatisch uitschakelen om schade te voorkomen. Hierdoor verliest de gebruiker opbrengst, vaak zonder dat dit direct opvalt. Door niet goed te balanceren over meerdere fasen, of geen netanalyse te doen tijdens de installatie, worden deze problemen niet ondervangen. Slimme monitoring zou uitkomst kunnen bieden, maar dat vergt investering en kennis.
Toezicht en certificering blijven achter
Tot op heden is er in Nederland geen verplichte keuring of certificering van particuliere zonnepaneelsystemen. Iedereen mag in principe een installatie plaatsen, zolang deze voldoet aan de NEN 1010 en het Bouwbesluit. In de praktijk ontbreekt echter regelmatig een controle op de uitvoering. In tegenstelling tot bijvoorbeeld gasinstallaties, waarvoor wél een wettelijk verplichte CO-certificering geldt, is er bij zonnepanelen geen eindinspectie of opleveringscontrole verplicht gesteld. Brancheorganisaties zoals Techniek Nederland pleiten al langer voor betere kwaliteitsborging, maar de politiek lijkt terughoudend in regulering van de markt.
Techniek vereist vakkennis
Een goed functionerend zonnestroomsysteem vereist meer dan het plaatsen van een paar panelen en een omvormer. Een installateur moet kennis hebben van elektrotechniek, thermische eigenschappen van materialen, de werking van omvormers en netbalancering. Daarnaast vraagt het om inzicht in kabelberekeningen, thermische ontlasting, afzekering, en materiaalkennis. Een verkeerde connector of kabel kan al voldoende zijn om brand of storing te veroorzaken, zeker als het systeem jarenlang dag in dag uit op vol vermogen draait.
De noodzaak van inspectie
Gezien de toename van incidenten en storingen lijkt het niet de vraag óf, maar wanneer een verplicht inspectiesysteem wordt ingevoerd. In Duitsland en België is het al gebruikelijk om systemen bij oplevering te keuren. Nederland loopt op dat vlak achter, terwijl de schaal van de uitrol juist vraagt om kwaliteitsborging. Een verplichte SCIOS Scope 12-inspectie bij particuliere systemen is eerder besproken, maar nooit doorgevoerd. Dat terwijl zelfs een eenvoudige visuele controle door een deskundige al veel risico’s kan uitsluiten.
Conclusie
De opmars van zonne-energie is cruciaal voor de energietransitie, maar brengt ook nieuwe verantwoordelijkheden met zich mee. De veelgehoorde aanname dat zonnepanelen altijd veilig zijn, klopt niet als de installatie niet deugt. Vakmanschap, materiaalkeuze en een goed ontwerp maken het verschil tussen een veilig, efficiënt systeem en een sluimerend brandrisico. Nu de eerste installaties al meer dan tien jaar in bedrijf zijn, wordt het hoog tijd dat we als sector én als samenleving nadenken over structurele inspecties, betere certificering en heldere richtlijnen voor zonnepaneelinstallaties. De energietransitie verdient dat – en de consument ook.